Job 6:25
O, hoe krachtig zijn de rechte redenen! Maar wat bestraft het bestraffen, dat van ulieden is?
Job 4:4
Uw woorden hebben den struikelende opgericht, en de krommende knieen hebt gij vastgesteld;
Job 13:5
Och, of gij gans stilzweegt! Dat zou ulieden voor wijsheid wezen.
Job 16:3-5
Zal er een einde zijn aan de winderige woorden? Of wat stijft u, dat gij alzo antwoordt?
Job 21:34
Hoe vertroost gij mij dan met ijdelheid, dewijl in uw antwoorden overtreding overig is?
Job 24:25
Indien het nu zo niet is, wie zal mij leugenachtig maken, en mijn rede tot niet brengen?
Job 32:3
Zijn toorn ontstak ook tegen zijn drie vrienden, omdat zij, geen antwoord vindende, nochtans Job verdoemden.
Spreuken 12:18
Daar is een, die woorden als steken van een zwaard onbedachtelijk uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn.
Spreuken 16:21-24
De wijze van hart zal verstandig genoemd worden; en de zoetheid der lippen zal de lering vermeerderen.
Spreuken 18:21
Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten.
Spreuken 25:11
Een rede, op zijn pas gesproken, is als gouden appelen in zilveren gebeelde schalen.
Prediker 12:10-11
De prediker zocht aangename woorden uit te vinden, en het geschrevene is recht, woorden der waarheid.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd