Job 9:16

Indien ik roep, en Hij mij antwoordt; ik zal niet geloven, dat Hij mijn stem ter ore genomen heeft.

Exodus 6:9

Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

Richteren 6:13

Maar Gideon zeide tot Hem: Och, mijn Heer! zo de HEERE met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? en waar zijn al Zijn wonderen, die onze vaders ons verteld hebben, zeggende: Heeft ons de HEERE niet uit Egypte opgevoerd? Doch nu heeft ons de HEERE verlaten, en heeft ons in der Midianieten hand gegeven.

Job 29:24

Lachte ik hun toe, zij geloofden het niet; en het licht mijns aangezichts deden zij niet nedervallen.

Psalmen 18:6

Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren.

Psalmen 66:18-20

Had ik naar ongerechtigheid met mijn hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben.

Psalmen 116:1-2

Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen;

Psalmen 126:1

Een lied Hammaaloth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen.

Lukas 24:41

En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden, zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets om te eten?

Handelingen 12:14-16

En zij de stem van Petrus bekennende, deed van blijdschap de voorpoort niet open, maar liep naar binnen en boodschapte, dat Petrus voor aan de voorpoort stond.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain