Psalmen 116:1
Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen;
Genesis 35:2
Toen zeide Jakob tot zijn huisgezin, en tot allen, die bij hem waren: Doet weg de vreemde goden, die in het midden van u zijn, en reinigt u, en verandert uw klederen;
1 Samuël 1:26
En zij zeide: Och, mijn heer! zo waarachtig als uw ziel leeft, mijn heer! Ik ben die vrouw, die hier bij u stond, om den HEERE te bidden.
Psalmen 18:1-6
Voor den opperzangmeester, een psalm van David, de knecht des HEEREN, die de woorden dezes lieds tot den HEERE gesproken heeft, ten dage, als de HEERE hem gered had uit de hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul. (1a) Hij zeide dan: Ik zal U hartelijk liefhebben, HEERE, mijn Sterkte!
Psalmen 31:22-23
Ik zeide wel in mijn haasten: Ik ben afgesneden van voor Uw ogen; dan nog hoordet Gij de stem mijner smekingen, als ik tot U riep.
Psalmen 34:3-4
Gimel. Maakt den HEERE met mij groot, en laat ons Zijn Naam samen verhogen.
Psalmen 40:1
Davids psalm, voor den opperzangmeester. (1a) Ik heb den HEERE lang verwacht; en Hij heeft Zich tot mij geneigd, en mijn geroep gehoord.
Psalmen 66:19-20
Maar zeker, God heeft gehoord; Hij heeft gemerkt op de stem mijns gebeds.
Psalmen 69:33
Want de HEERE hoort de nooddruftigen, en Hij veracht Zijn gevangenen niet.
Psalmen 119:132
Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen.
Markus 12:33
En Hem lief te hebben uit geheel het hart, en uit geheel het verstand, en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht; en den naaste lief te hebben als zichzelven, is meer dan al de brandofferen en de slachtofferen.
Johannes 16:24
Tot nog toe hebt gij niet gebeden in Mijn Naam; bidt, en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.
Johannes 21:17
Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen.
1 Johannes 4:19
Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.
1 Johannes 5:2-3
Hieraan kennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben, en Zijn geboden bewaren.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd