Johannes 11:5
Jezus nu had Martha, en haar zuster, en Lazarus lief.
Johannes 11:8
De discipelen zeiden tot Hem: Rabbi! de Joden hebben U nu onlangs gezocht te stenigen, en gaat Gij wederom derwaarts?
Johannes 11:36
De Joden dan zeiden: Ziet, hoe lief Hij hem had!
Johannes 15:9-13
Gelijkerwijs de Vader Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde.
Johannes 16:27
Want de Vader Zelf heeft u lief, dewijl gij Mij liefgehad hebt, en hebt geloofd, dat Ik van God ben uitgegaan.
Johannes 17:26
En Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt, en zal Hem bekend maken; opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd