Johannes 11:57
De overpriesters nu en de Farizeen hadden een gebod gegeven, dat, zo iemand wist, waar Hij was, hij het zou te kennen geven, opdat zij Hem mochten vangen.
Psalmen 109:4
Voor mijn liefde, staan zij mij tegen; maar ik was steeds in het gebed.
Johannes 5:16-18
En daarom vervolgden de Joden Jezus, en zochten Hem te doden, omdat Hij deze dingen op den sabbat deed.
Johannes 8:59
Zij namen dan stenen op, dat zij ze op Hem wierpen. Maar Jezus verborg Zich, en ging uit den tempel, gaande door het midden van hen; en ging alzo voorbij.
Johannes 9:22
Dit zeiden zijn ouders, omdat zij de Joden vreesden; want de Joden hadden alrede te zamen een besluit gemaakt, zo iemand Hem beleed Christus te zijn, dat die uit de synagoge zou geworpen worden.
Johannes 10:39
Zij zochten dan wederom Hem te grijpen, en Hij ontging uit hun hand.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd