Johannes 4:24

God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.

2 Corinthiër 3:17

De Heere nu is de Geest; en waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid.

Mattheüs 15:8-9

Dit volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij;

Filippenzen 3:3

Want wij zijn de besnijding, wij, die God in den Geest dienen, en in Christus Jezus roemen, en niet in het vlees betrouwen.

1 Samuël 16:7

Doch de HEERE zeide tot Samuel: Zie zijn gestalte niet aan, noch de hoogte zijner statuur, want Ik heb hem verworpen; want het is niet gelijk de mens ziet; want de mens ziet aan, wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.

Psalmen 51:17

De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten.

Psalmen 66:18

Had ik naar ongerechtigheid met mijn hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben.

Jesaja 57:15

Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont, en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelden en nederigen geest is, opdat Ik levend make den geest der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden.

Psalmen 50:23

Wie dankoffert, die zal Mij eren; en wie zijn weg wel aanstelt, dien zal Ik Gods heil doen zien.

Psalmen 50:13-15

Zou Ik stierenvlees eten, of bokkenbloed drinken?

2 Corinthiër 1:12

Want onze roem is deze, namelijk de getuigenis van ons geweten, dat wij in eenvoudigheid en oprechtheid Gods, niet in vleselijke wijsheid, maar in de genade Gods, in de wereld verkeerd hebben, en allermeest bij ulieden.

1 Timotheüs 1:17

Den Koning nu der eeuwen, den onverderfelijken, den onzienlijken, den alleen wijzen God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.

Treasury of Scripture Knowledge did not add