Johannes 4:27

En daarop kwamen Zijn discipelen en verwonderden zich, dat Hij met een vrouw sprak. Nochtans zeide niemand: Wat vraagt Gij, of: Wat spreekt Gij met haar?

Lukas 7:39

En de Farizeer, die Hem genood had, zulks ziende, sprak bij zichzelven, zeggende: Deze, indien Hij een profeet ware, zou wel weten, wat en hoedanige vrouw deze is, die Hem aanraakt; want zij is een zondares.

Johannes 4:8-9

(Want Zijn discipelen waren heengegaan in de stad, opdat zij zouden spijze kopen.)

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain