Johannes 4:28

Zo verliet de vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad en zeide tot de lieden:

Mattheüs 28:8

En haastelijk uitgaande van het graf, met vreze en grote blijdschap, liepen zij heen, om hetzelve Zijn discipelen te boodschappen.

Markus 16:8-10

En zij, haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting had haar bevangen; en zij zeiden niemand iets; want zij waren bevreesd.

Lukas 24:9

En wedergekeerd zijnde van het graf, boodschapten zij al deze dingen aan de elven, en aan al de anderen.

Lukas 24:33

En zij, opstaande ter zelfder ure, keerden weder naar Jeruzalem, en vonden de elven samenvergaderd, en die met hen waren;

Johannes 4:7

Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zeide tot haar: Geef Mij te drinken.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain