Johannes 6:12
En als zij verzadigd waren, zeide Hij tot Zijn discipelen: Vergadert de overgeschoten brokken, opdat er niets verloren ga.
Lukas 1:53
Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld; en rijken heeft Hij ledig weggezonden.
Nehemia 8:10
En Nehemia (dezelve is Hattirsatha) en Ezra, de priester, de schriftgeleerde, en de Levieten, die het volk onderwezen, zeiden tot al het volk: Deze dag is den HEERE, uw God, heilig; bedrijft dan geen rouw, en weent niet; want al het volk weende, als zij de woorden der wet hoorden.
Nehemia 9:25
En zij hebben vaste steden en een vet land ingenomen, en erfelijk bezeten, huizen, vol van alle goed, uitgehouwen bornputten, wijngaarden, olijfgaarden en bomen van spijze, in menigte; en zij hebben gegeten, en zijn zat en vet geworden, en hebben in wellust geleefd, door Uw grote goedigheid.
Spreuken 18:9
Ook die zich slap aanstelt in zijn werk, die is een broeder van een doorbrenger.
Mattheüs 14:20-21
En zij aten allen en werden verzadigd, en zij namen op, het overschot der brokken, twaalf volle korven.
Mattheüs 15:37-38
En zij aten allen en werden verzadigd, en zij namen op, het overschot der brokken, zeven volle manden.
Markus 6:42-44
En zij aten allen, en zijn verzadigd geworden.
Markus 8:8-9
En zij hebben gegeten, en zijn verzadigd geworden, en zij namen het overschot der brokken op, zeven manden.
Lukas 9:17
En zij aten en werden allen verzadigd; en er werd opgenomen, hetgeen hun van de brokken overgeschoten was, twaalf korven.
Lukas 15:13
En niet vele dagen daarna, de jongste zoon, alles bijeenvergaderd hebbende, is weggereisd in een ver gelegen land, en heeft aldaar zijn goed doorgebracht, levende overdadiglijk.
Lukas 16:1
En Hij zeide ook tot Zijn discipelen: Er was een zeker rijk mens, welke een rentmeester had; en deze werd bij hem verklaagd, als die zijn goederen doorbracht.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd