Johannes 9:13

Zij brachten hem tot de Farizeen, hem namelijk, die te voren blind geweest was.

Johannes 8:3-8

En de Schriftgeleerden en de Farizeen brachten tot Hem een vrouw, in overspel gegrepen.

Johannes 11:46-47

Maar sommigen van hen gingen tot de Farizeen, en zeiden tot hen, hetgeen Jezus gedaan had.

Johannes 11:57

De overpriesters nu en de Farizeen hadden een gebod gegeven, dat, zo iemand wist, waar Hij was, hij het zou te kennen geven, opdat zij Hem mochten vangen.

Johannes 12:19

De Farizeen dan zeiden onder elkander: Ziet gij wel, dat gij gans niet vordert? Ziet, de gehele wereld gaat Hem na.

Johannes 12:42

Nochtans geloofden ook zelfs velen uit de oversten in Hem; maar om der Farizeen wil beleden zij het niet; opdat zij uit de synagoge niet zouden geworpen worden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain