Jozua 21:24
Ajalon en haar voorsteden, Gath-Rimmon en haar voorsteden: vier steden.
Jozua 10:12
Toen sprak Jozua tot den HEERE, ten dage als de HEERE de Amorieten voor het aangezicht de kinderen Israels overgaf, en zeide voor de ogen der Israelieten: Zon, sta stil te Gibeon, en gij, maan, in het dal van Ajalon!
Jozua 19:42
En Saalabbin, en Ajalon, en Jithla,
1 Kronieken 6:69
En Ajalon en haar voorsteden, en Gath-Rimmon en haar voorsteden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd