Jozua 21:5

En aan de overgebleven kinderen van Kahath vielen, bij het lot, van de huisgezinnen van den stam van Efraim, en van den stam van Dan, en van den halven stam van Manasse, tien steden.

Jozua 21:20-26

De huisgezinnen nu der kinderen van Kahath, de Levieten, die overgebleven waren van de kinderen van Kahath, die hadden de steden huns lots van den stam van Efraim.

Genesis 46:11

En de zonen van Levi: Gerson, Kehath en Merari.

Exodus 6:16-25

De zonen van Gerson: Libni en Simei, naar hun huisgezinnen.

Numberi 3:27

En van Kahath is het geslacht der Amramieten, en het geslacht der Izharieten, en het geslacht der Hebronieten, en het geslacht der Uzzielieten; dit zijn de geslachten der Kahathieten.

1 Kronieken 6:18-19

En de kinderen van Kahath waren Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel.

1 Kronieken 6:61

Maar de kinderen van Kahath, die overgebleven waren, hadden van het huisgezin van den stam, uit den halven stam van half Manasse, bij het lot, tien steden.

1 Kronieken 6:66-70

Aan de overigen nu, uit de huisgezinnen der kinderen van Kahath, dien gewerden steden hunner landpale, van den stam van Efraim.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain