Jozua 22:21
Toen antwoordden de kinderen van Ruben, en de kinderen van Gad, en de halve stam van Manasse, en zij spraken met de hoofden der duizenden van Israel:
Exodus 18:21-25
Doch zie gij om, onder al het volk, naar kloeke mannen, God vrezende, waarachtige mannen, de gierigheid hatende; stel ze over hen, oversten der duizenden, oversten der honderden, oversten der vijftigen, oversten der tienen.
Spreuken 15:1
Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen.
Spreuken 16:1
De mens heeft schikkingen des harten; maar het antwoord der tong is van den HEERE.
Spreuken 18:13
Die antwoord geeft, eer hij zal gehoord hebben, dat is hem dwaasheid en schande.
Spreuken 24:26
Men zal de lippen kussen desgenen, die rechte woorden antwoordt.
Micha 5:2
Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard hebbe; dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israels.
Handelingen 11:4
Maar Petrus, beginnende, verhaalde het hun vervolgens, zeggende:
Jakobus 1:19
Zo dan, mijn geliefde broeders, een iegelijk mens zij ras om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn;
1 Petrus 3:15
Maar heiligt God, den Heere, in uw harten; en zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk, die u rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreze.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd