Jozua 3:13

Want het zal geschieden, met dat de voetzolen der priesteren, die de ark van den HEERE, den Heere der ganse aarde, dragen, in het water van de Jordaan zullen rusten, zo zullen de wateren van de Jordaan afgesneden worden, te weten de wateren, die van boven afvlieten, en zij zullen op een hoop blijven staan.

Exodus 15:8

En door het geblaas van Uw neus zijn de wateren opgehoopt geworden; de stromen hebben overeind gestaan, als een hoop; de afgronden zijn stof geworden in het hart der zee.

Psalmen 78:13

Hij kliefde de zee, en deed er hen doorgaan; en de wateren deed Hij staan als een hoop.

Jozua 3:15-16

En als zij, die de ark droegen, tot aan de Jordaan gekomen waren, en de voeten der priesteren, dragende de ark, ingedoopt waren in het uiterste van het water (de Jordaan nu was vol al de dagen des oogstes aan al haar oevers);

Exodus 14:19-22

En de Engel Gods, Die voor het heir van Israel ging, vertrok, en ging achter hen; de wolkkolom vertrok ook van hun aangezicht, en stond achter hen.

Jozua 3:11

Ziet, de ark des verbonds van den Heere der ganse aarde gaat door voor ulieder aangezicht in de Jordaan.

Psalmen 33:7

Hij vergadert de wateren der zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden schatkameren.

Psalmen 114:3-5

De zee zag het, en vlood; de Jordaan keerde achterwaarts.

Habakuk 3:15

Gij betradt met Uw paarden de zee; de geweldige wateren werden een hoop.

Treasury of Scripture Knowledge did not add