Jozua 3:9

Toen zeide Jozua tot de kinderen Israels: Nadert herwaarts, en hoort de woorden des HEEREN, uws Gods.

Deuteronomium 4:1

Nu dan, Israel! hoor naar de inzettingen en naar de rechten, die ik ulieden lere te doen; opdat gij leeft, en henen inkomt, en erft het land, dat de HEERE, uwer vaderen God, u geeft.

Deuteronomium 12:8

Gij zult niet doen naar alles, wat wij hier heden doen, een ieder al wat in zijn ogen recht is.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain