Leviticus 11:20

Alle kruipend gevogelte, dat op vier voeten gaat, zal u een verfoeisel zijn.

Leviticus 11:23

En alle kruipend gevogelte, dat vier voeten heeft, zal u een verfoeisel zijn.

Leviticus 11:27

En al wat op zijn poten gaat onder alle gedierte, op vier voeten gaande, die zullen u onrein zijn; al wie hun dood aas aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.

Deuteronomium 14:19

Ook al het kruipend gevogelte zal ulieden onrein zijn; zij zullen niet gegeten worden.

2 Koningen 17:28-41

Zo kwam een uit de priesteren, die zij van Samaria weggevoerd hadden, en woonde te Beth-El; en hij leerde hun, hoe zij den HEERE vrezen zouden.

Psalmen 17:14

Met Uw hand van de lieden, o HEERE! van de lieden, die van de wereld zijn, welker deel in dit leven is, welker buik Gij vervult met Uw verborgen schat; de kinderen worden verzadigd, en zij laten hun overschot hun kinderkens achter.

Mattheüs 6:24

Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen en den anderen verachten; gij kunt niet God dienen en den Mammon.

Filippenzen 3:18-19

Want velen wandelen anders; van dewelken ik u dikmaals gezegd heb, en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn;

2 Timotheüs 4:10

Want Demas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld liefgekregen, en is naar Thessalonica gereisd; Krescens naar Galatie, Titus naar Dalmatie.

1 Johannes 2:15-17

Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem.

Judas 1:10

Maar dezen, hetgeen zij niet weten, dat lasteren zij; en hetgeen zij natuurlijk, als de onredelijke dieren, weten, in hetzelve verderven zij zich.

Judas 1:19

Dezen zijn het, die zichzelven afscheiden, natuurlijke mensen, den Geest niet hebbende.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain