Psalmen 17:14

Met Uw hand van de lieden, o HEERE! van de lieden, die van de wereld zijn, welker deel in dit leven is, welker buik Gij vervult met Uw verborgen schat; de kinderen worden verzadigd, en zij laten hun overschot hun kinderkens achter.

Lukas 16:8

En de heer prees den onrechtvaardigen rentmeester, omdat hij voorzichtiglijk gedaan had; want de kinderen dezer wereld zijn voorzichtiger, dan de kinderen des lichts, in hun geslacht.

Lukas 16:25

Maar Abraham zeide: Kind, gedenk, dat gij uw goed ontvangen hebt in uw leven, en Lazarus desgelijks het kwade; en nu wordt hij vertroost, en gij lijdt smarten.

Job 12:6

De tenten der verwoesters hebben rust, en die Gode tergen, hebben verzekerdheden, om hetgene God met Zijn hand toebrengt.

Job 12:9

Wie weet niet uit alle deze, dat de hand des HEEREN dit doet?

Job 21:7-15

Waarom leven de goddelozen, worden oud, ja, worden geweldig in vermogen?

Job 21:21

Want wat lust zou hij na zich aan zijn huis hebben, als het getal zijner maanden afgesneden is?

Job 22:18

Hij had immers hun huizen met goed gevuld; daarom is de raad der goddelozen verre van mij.

Job 27:14-17

Indien zijn kinderen vermenigvuldigen, het is ten zwaarde; en zijn spruiten zullen van brood niet verzadigd worden.

Psalmen 39:6

Immers wandelt de mens als in een beeld, immers woelen zij ijdelijk; men brengt bijeen, en men weet niet, wie het naar zich nemen zal.

Psalmen 49:17-19

Want hij zal in zijn sterven niet met al medenemen, zijn eer zal hem niet nadalen.

Psalmen 73:3-7

Want ik was nijdig op de dwazen, ziende der goddelozen vrede.

Psalmen 73:12

Ziet, dezen zijn goddeloos; nochtans hebben zij rust in de wereld; zij vermenigvuldigen het vermogen.

Spreuken 2:4

Zo gij haar zoekt als zilver, en naspeurt als verborgen schatten;

Mattheüs 13:44

Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven, gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker.

Lukas 12:19-21

En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele goederen, die opgelegd zijn voor vele jaren, neem rust, eet, drink, wees vrolijk.

Lukas 16:27-28

En hij zeide: Ik bid u dan, vader, dat gij hem zendt tot mijns vaders huis;

Johannes 8:23

En Hij zeide tot hen: Gijlieden zijt van beneden, Ik ben van boven; gij zijt uit deze wereld, Ik ben niet uit deze wereld.

Johannes 15:19

Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld.

Johannes 17:14

Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben.

Jakobus 5:5

Gij hebt lekkerlijk geleefd op de aarde, en wellusten gevolgd; gij hebt uw harten gevoed als in een dag der slachting.

1 Johannes 4:4-5

Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen; want Hij is meerder, Die in u is, dan die in de wereld is.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain