Leviticus 2:6

Breekt ze in stukken, en giet olie daarop; het is een spijsoffer.

Leviticus 1:6

Dan zal hij het brandoffer de huid aftrekken, en het in zijn stukken delen.

Psalmen 22:1-21

Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Aijeleth hasschachar. (1a) Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, van de woorden mijns brullens?

Markus 14:1-15

En het pascha, en het feest der ongehevelde broden was na twee dagen. En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem met listigheid vangen en doden zouden.

Johannes 18:1-19

Jezus, dit gezegd hebbende, ging uit met Zijn discipelen over de beek Kedron, waar een hof was, in welken Hij ging, en Zijn discipelen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain