Markus 14:1

En het pascha, en het feest der ongehevelde broden was na twee dagen. En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem met listigheid vangen en doden zouden.

Lukas 22:1-2

En het feest der ongehevelde broden, genaamd pascha, was nabij.

Johannes 13:1

En voor het feest van het pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde.

Exodus 12:6-20

En gij zult het in bewaring hebben tot den veertienden dag dezer maand; en de ganse gemeente der vergadering van Israel zal het slachten tussen twee avonden.

Leviticus 23:5-7

In de eerste maand, op den veertienden der maand, tussen twee avonden is des HEEREN pascha.

Numberi 28:16-25

En in de eerste maand, op den veertienden dag der maand, is het pascha den HEERE.

Deuteronomium 16:1-8

Neemt waar de maand Abib, dat gij den HEERE, uw God, pascha houdt; want in de maand Abib heeft u de HEERE, uw God, uit Egypteland uitgevoerd, bij nacht.

Psalmen 2:1-5

Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid?

Psalmen 52:3

Gij hebt het kwade liever dan het goede, de leugen, dan gerechtigheid te spreken. Sela.

Psalmen 62:4

Zij raadslagen slechts, om hem van zijn hoogheid te verstoten; zij hebben behagen in leugen; met hun mond zegenen zij; maar met hun binnenste vloeken zij. Sela.

Psalmen 62:9

Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen, zouden zij samen lichter zijn dan de ijdelheid.

Psalmen 64:2-6

Verberg mij voor den heimelijken raad der boosdoeners, voor de oproerigheid van de werkers der ongerechtigheid.

Mattheüs 6:2

Wanneer gij dan aalmoes doet, zo laat voor u niet trompetten, gelijk de geveinsden in de synagogen en op de straten doen, opdat zij van de mensen geeerd mogen worden. Voorwaar zeg Ik u: Zij hebben hun loon weg.

Mattheüs 12:14

En de Farizeen, uitgegaan zijnde, hielden te zamen raad tegen Hem, hoe zij Hem doden mochten.

Mattheüs 26:2-5

Gij weet, dat na twee dagen het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden, om gekruisigd te worden.

Johannes 11:47

De overpriesters dan en de Farizeen vergaderden den raad, en zeiden: Wat zullen wij doen? want deze Mens doet vele tekenen.

Johannes 11:53-57

Van dien dag dan af beraadslaagden zij te zamen, dat zij Hem doden zouden.

Handelingen 4:25-28

Die door den mond van David Uw knecht, gezegd hebt: Waarom woeden de heidenen, en hebben de volken ijdele dingen bedacht?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain