Lukas 11:10

Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden.

Psalmen 31:22

Ik zeide wel in mijn haasten: Ik ben afgesneden van voor Uw ogen; dan nog hoordet Gij de stem mijner smekingen, als ik tot U riep.

Klaagliederen 3:8

Gimel. Ook wanneer ik roep en schreeuw, sluit Hij de oren voor mijn gebed.

Klaagliederen 3:18

Vau. Toen zeide ik: Mijn sterkte is vergaan, en mijn hoop van den HEERE.

Klaagliederen 3:54-58

Tsade. De wateren zwommen over mijn hoofd; ik zeide: Ik ben afgesneden!

Jona 2:2-8

En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem.

Lukas 18:1

En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen;

Jakobus 4:3

Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten doorbrengen zoudt.

Jakobus 5:11

Ziet, wij houden hen gelukzalig, die verdragen; gij hebt de verdraagzaamheid van Job gehoord, en gij hebt het einde des Heeren gezien, dat de Heere zeer barmhartig is en een Ontfermer.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain