Lukas 12:23

Het leven is meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding.

Genesis 19:17

En het geschiedde als zij hen uitgebracht hadden naar buiten, zo zeide Hij: behoud u om uws levens wil; zie niet achter u om, en sta niet op deze ganse vlakte; behoud u naar het gebergte heen, opdat gij niet omkomt.

Job 1:12

En de HEERE zeide tot den satan: Zie, al wat hij heeft, zij in uw hand; alleen aan hem strek uw hand niet uit. En de satan ging uit van het aangezicht des HEEREN.

Job 2:4

Toen antwoordde de satan den HEERE, en zeide: Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven.

Job 2:6

En de HEERE zeide tot den satan: Zie, hij zij in uw hand, doch verschoon zijn leven.

Spreuken 13:8

Het rantsoen van ieders ziel is zijn rijkdom; maar de arme hoort het schelden niet.

Handelingen 27:18-19

En alzo wij van het onweder geweldiglijk geslingerd werden, deden zij den volgende dag een uitworp;

Handelingen 27:38

En als zij met spijze verzadigd waren, lichtten zij het schip, en wierpen het koren uit in de zee.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain