Lukas 20:22

Is het ons geoorloofd den keizer schatting te geven, of niet?

Deuteronomium 17:15

Zo zult gij ganselijk tot koning over u stellen, dien de HEERE, uw God, verkiezen zal; uit het midden uwer broederen zult gij een koning over u stellen; gij zult niet vermogen over u te zetten een vreemden man, die uw broeder niet zij.

Ezra 4:13

Zo zij nu den koning bekend, indien dezelve stad zal worden opgebouwd, en de muren voltrokken, dat zij den cijns, ouden impost, en tol niet zullen geven, en gij zult aan de inkomsten der koningen schade aanbrengen.

Ezra 4:19-22

En als van mij bevel gegeven was, hebben zij gezocht en gevonden, dat dezelve stad zich van oude tijden af tegen de koningen heeft verheven, en rebellie en afval daarin gesticht is.

Ezra 9:7

Van de dagen onzer vaderen af zijn wij in grote schuld tot op dezen dag; en wij zijn om onze ongerechtigheden overgegeven, wij, onze koningen en onze priesters, in de hand van de koningen der landen, in zwaard, in gevangenis, en in roof, en in schaamte des aangezichts, gelijk het is te dezen dage.

Nehemia 5:4

Desgelijks waren er, die zeiden: Wij hebben geld ontleend tot des konings cijns, op onze akkers en onze wijngaarden.

Nehemia 9:37

En het vermenigvuldigt zijn inkomste voor den koningen, die Gij over ons gesteld hebt, om onzer zonden wil; en zij heersen over onze lichamen en over onze beesten, naar hun welgevallen; alzo zijn wij in grote benauwdheid.

Mattheüs 17:25

Hij zeide: Ja. En toen hij in huis gekomen was, voorkwam hem Jezus, zeggende: Wat dunkt u, Simon! de koningen der aarde, van wie nemen zij tollen of schatting, van hun zonen, of van de vreemden?

Mattheüs 22:17-21

Zeg ons dan: wat dunkt U? Is het geoorloofd, den keizer schatting te geven of niet?

Markus 12:14-17

Dezen nu kwamen en zeiden tot Hem: Meester, wij weten, dat Gij waarachtig zijt, en naar niemand vraagt; want Gij ziet den persoon der mensen niet aan, maar Gij leert den weg Gods in der waarheid; is het geoorloofd, den keizer schatting te geven, of niet? Zullen wij geven, of niet geven?

Handelingen 5:37

Na hem stond op Judas, de Galileer in de dagen der beschrijving, en maakte veel volks afvallig achter zich; en deze is ook vergaan, en allen, die hem gehoor gaven, zijn verstrooid geworden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain