Lukas 20:23
En Hij, hun arglistigheid bemerkende, zeide tot hen: Wat verzoekt gij Mij?
1 Corinthiërs 3:19
Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God; want er is geschreven: Hij vat de wijzen in hun arglistigheid;
Psalmen 95:9
Waar Mij uw vaders verzochten, Mij beproefden, ook Mijn werk zagen.
Mattheüs 16:1
En de Farizeen en Sadduceen tot Hem gekomen zijnde, en Hem verzoekende, begeerden van Hem, dat Hij hun een teken uit den hemel zou tonen.
Mattheüs 22:18
Maar Jezus, bekennende hun boosheid, zeide:
Lukas 5:22
Maar Jezus, hun overdenkingen bekennende, antwoordde en zeide tot hen: Wat overdenkt gij in uw harten?
Lukas 6:8
Doch Hij kende hun gedachten, en zeide tot den mens, die de dorre hand had: Rijs op, en sta in het midden. En hij opgestaan zijnde, stond overeind.
Lukas 11:16-17
En anderen, Hem verzoekende, begeerden van Hem een teken uit den hemel.
Lukas 11:53-54
En als Hij deze dingen tot hen zeide, begonnen de Schriftgeleerden en Farizeen hard aan te houden, en Hem van vele dingen te doen spreken;
Lukas 20:20
En zij namen Hem waar, en zonden verspieders uit, die zichzelven veinsden rechtvaardig te zijn; opdat zij Hem in Zijn rede vangen mochten, om Hem aan de heerschappij en de macht des stadhouders over te leveren.
Johannes 2:24-25
Maar Jezus Zelf betrouwde hun Zichzelven niet, omdat Hij hen allen kende,
1 Corinthiërs 10:9
En laat ons Christus niet verzoeken, gelijk ook sommigen van hen verzocht hebben, en werden van de slagen vernield.
Hebreeën 4:13
En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem; maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen, met Welken wij te doen hebben.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd