En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen, en zegt Mij:

Waarom overtreden Uw discipelen de inzetting der ouden? Want zij wassen hun handen niet, wanneer zij brood zullen eten.

En indien Ik ook vraag, gij zult Mij niet antwoorden, of loslaten;

Uw woord zij te allen tijde in aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij moogt weten, hoe gij een iegelijk moet antwoorden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling