Lukas 20:45

En daar al het volk het hoorde, zeide Hij tot Zijn discipelen:

Mattheüs 15:10

En als Hij de schare tot Zich geroepen had, zeide Hij tot hen: Hoort en verstaat.

Mattheüs 23:1-2

Toen sprak Jezus tot de scharen en tot Zijn discipelen,

Mattheüs 23:5-7

En al hun werken doen zij, om van de mensen gezien te worden; want zij maken hun gedenkcedels breed, en maken de zomen van hun klederen groot.

Markus 8:34

En tot Zich geroepen hebbende de schare met Zijn discipelen, zeide Hij tot hen: Zo wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij.

Markus 12:38-39

En Hij zeide tot hen in Zijn leer: Wacht u voor de schriftgeleerden, die daar gaarne willen wandelen in lange klederen, en gegroet zijn op de markten;

1 Timotheüs 5:20

Bestraf die zondigen in tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vreze mogen hebben.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain