Mattheüs 23:1
Toen sprak Jezus tot de scharen en tot Zijn discipelen,
Mattheüs 15:10-20
En als Hij de schare tot Zich geroepen had, zeide Hij tot hen: Hoort en verstaat.
Markus 7:14
En tot Zich de ganse schare geroepen hebbende, zeide Hij tot hen: Hoort Mij allen en verstaat.
Markus 12:38-39
En Hij zeide tot hen in Zijn leer: Wacht u voor de schriftgeleerden, die daar gaarne willen wandelen in lange klederen, en gegroet zijn op de markten;
Lukas 12:1
Daarentussen als vele duizenden der schare bijeenvergaderd waren, zodat zij elkander vertraden, begon Hij te zeggen tot Zijn discipelen: Vooreerst wacht uzelven voor den zuurdesem der Farizeen, welke is geveinsdheid.
Lukas 12:57
En waarom oordeelt gij ook van uzelven niet, hetgeen recht is?
Lukas 20:45-46
En daar al het volk het hoorde, zeide Hij tot Zijn discipelen:
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd