Lukas 22:67

Zeggende: Zijt Gij de Christus, zeg het ons. En Hij zeide tot hen: Indien Ik het u zeg, gij zult het niet geloven;

Mattheüs 11:3-5

En zeide tot hem: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen?

Mattheüs 26:63-68

Doch Jezus zweeg stil. En de hogepriester, antwoordende, zeide tot Hem: Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God?

Markus 14:61-66

Maar Hij zweeg stil, en antwoordde niets. Wederom vraagde Hem de hogepriester, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon des gezegenden Gods?

Lukas 16:31

Doch Abraham zeide tot hem: Indien zij Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zij ook, al waren het, dat er iemand uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen.

Johannes 5:39-47

Onderzoekt de Schriften; want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben; en die zijn het, die van Mij getuigen.

Johannes 8:43-45

Waarom kent gij Mijn spraak niet? Het is, omdat gij Mijn woord niet kunt horen.

Johannes 9:27-28

Hij antwoordde hun: Ik heb het u alrede gezegd, en gij hebt het niet gehoord; wat wilt gij het wederom horen? Wilt gijlieden ook Zijn discipelen worden?

Johannes 10:24-26

De Joden dan omringden Hem, en zeiden tot Hem: Hoe lang houdt Gij onze ziel op? Indien Gij de Christus zijt, zeg het ons vrijuit.

Johannes 12:37-43

En hoewel Hij zovele tekenen voor hen gedaan had, nochtans geloofden zij in Hem niet;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd