Lukas 5:25
En hij, terstond voor Hem opstaande, en opgenomen hebbende hetgeen, daar hij op gelegen had, ging heen naar zijn huis, God verheerlijkende.
Genesis 1:3
En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht.
Psalmen 33:9
Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er.
Psalmen 50:23
Wie dankoffert, die zal Mij eren; en wie zijn weg wel aanstelt, dien zal Ik Gods heil doen zien.
Psalmen 103:1-3
Een psalm van David. Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam.
Psalmen 107:20-22
Hij zond Zijn woord uit, en heelde hen, en rukte hen uit hun kuilen.
Lukas 5:13
En Hij, de hand uitstrekkende, raakte hem aan; en zeide: Ik wil, word gereinigd! En terstond ging de melaatsheid van hem.
Lukas 13:13
En Hij legde de handen op haar; en zij werd terstond weder recht, en verheerlijkte God.
Lukas 17:15-18
En een van hen, ziende, dat hij genezen was, keerde wederom, met grote stemme God verheerlijkende.
Lukas 18:43
En terstond werd hij ziende, en volgde Hem, God verheerlijkende. En al het volk, dat ziende, gaf Gode lof.
Johannes 9:24
Zij dan riepen voor de tweede maal den mens, die blind geweest was, en zeiden tot hem: Geef God de eer; wij weten, dat deze Mens een zondaar is.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd