Lukas 8:9
En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Wat mag deze gelijkenis wezen?
Mattheüs 13:10
En de discipelen tot Hem komende, zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen door gelijkenissen?
Mattheüs 13:18
Gij dan, hoort de gelijkenis van den zaaier.
Markus 4:10
En als Hij nu alleen was, vraagden Hem degenen, die omtrent Hem waren, met de twaalven, naar de gelijkenis.
Hosea 6:3
Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen, om den HEERE te kennen; Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen en vroege regen des lands.
Mattheüs 13:36
Toen nu Jezus de scharen van Zich gelaten had, ging Hij naar huis. En Zijn discipelen kwamen tot Hem, zeggende: Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid des akkers.
Mattheüs 15:15
En Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Verklaar ons deze gelijkenis.
Markus 4:34
En zonder gelijkenis sprak Hij tot hen niet; maar Hij verklaarde alles Zijn discipelen in het bijzonder.
Markus 7:17-18
En toen Hij van de schare in huis gekomen was, vraagden Hem Zijn discipelen van de gelijkenis.
Johannes 15:15
Ik heet u niet meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd