Lukas 9:50

En Jezus zeide tot hem: Verbied het niet; want wie tegen ons niet is, die is voor ons.

Mattheüs 12:30

Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit.

Lukas 11:23

Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit.

Jozua 9:14

Toen namen de mannen van hun reiskost; en zij vraagden het den mond des HEEREN niet.

Spreuken 3:5-6

Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.

Mattheüs 13:28-30

En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. En de dienstknechten zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij heengaan en datzelve vergaderen?

Mattheüs 17:24

En als zij te Kapernaum ingekomen waren, gingen tot Petrus die de didrachmen ontvingen, en zeiden: Uw Meester, betaalt Hij de didrachmen niet?

Mattheüs 17:26

Petrus zeide tot Hem: Van de vreemden. Jezus zeide tot hem: Zo zijn dan de zonen vrij.

Markus 9:41

Want zo wie ulieden een beker water zal te drinken geven in Mijn Naam, omdat gij discipelen van Christus zijt, voorwaar zeg Ik u, hij zal zijn loon geenszins verliezen.

Lukas 16:13

Geen huisknecht kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten, en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen, en den anderen verachten; gij kunt God niet dienen en den Mammon.

1 Corinthiërs 12:3

Daarom maak ik u bekend, dat niemand, die door den Geest Gods spreekt, Jezus een vervloeking noemt; en niemand kan zeggen, Jezus den Heere te zijn, dan door den Heiligen Geest.

Filippenzen 1:15-18

Sommigen prediken ook wel Christus door nijd en twist, maar sommigen ook door goedwilligheid.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain