Markus 13:15

En die op het dak is, kome niet af in het huis, en ga niet in, om iets uit zijn huis weg te nemen.

Genesis 19:15-17

En als de dageraad opging, drongen de engelen Lot aan, zeggende: Maak u op, neem uw huisvrouw, en uw twee dochteren, die voorhanden zijn, opdat gij in de ongerechtigheid dezer stad niet omkomt.

Genesis 19:22

Haast, behoud u derwaarts; want Ik zal niets kunnen doen, totdat gij daarhenen ingekomen zijt. Daarom noemde men den naam dezer stad Zoar.

Genesis 19:26

En zijn huisvrouw zag om van achter hem; en zij werd een zoutpilaar.

Job 2:4

Toen antwoordde de satan den HEERE, en zeide: Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven.

Spreuken 6:4-5

Laat uw ogen geen slaap toe, noch uw oogleden sluimering.

Spreuken 22:3

Een kloekzinnig mens ziet het kwaad, en verbergt zich; maar de slechten gaan henen door, en worden gestraft.

Mattheüs 24:16-18

Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen;

Lukas 17:31-33

In dienzelven dag, wie op het dak zal zijn, en zijn huisraad in huis, die kome niet af, om hetzelve weg te nemen; en wie op den akker zijn zal, die kere desgelijks niet naar hetgeen, dat achter is.

Handelingen 27:18-19

En alzo wij van het onweder geweldiglijk geslingerd werden, deden zij den volgende dag een uitworp;

Handelingen 27:38

En als zij met spijze verzadigd waren, lichtten zij het schip, en wierpen het koren uit in de zee.

Filippenzen 3:7-8

Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht.

Hebreeën 11:7

Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain