Mattheüs 12:14
En de Farizeen, uitgegaan zijnde, hielden te zamen raad tegen Hem, hoe zij Hem doden mochten.
Johannes 11:53
Van dien dag dan af beraadslaagden zij te zamen, dat zij Hem doden zouden.
Mattheüs 27:1
Als het nu morgenstond geworden was, hebben al de overpriesters en de ouderlingen des volks te zamen raad genomen tegen Jezus, dat zij Hem doden zouden.
Markus 3:6
En de Farizeen, uitgegaan zijnde, hebben terstond met de Herodianen te zamen raad gehouden tegen Hem, hoe zij Hem zouden doden.
Lukas 6:11
En zij werden vervuld met uitzinnigheid, en spraken samen met elkander, wat zij Jezus doen zouden.
Johannes 5:18
Daarom zochten dan de Joden te meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen den sabbat brak, maar ook zeide, dat God Zijn eigen Vader was, Zichzelven Gode evengelijk makende.
Johannes 10:39
Zij zochten dan wederom Hem te grijpen, en Hij ontging uit hun hand.
Mattheüs 26:4
En zij beraadslaagden te zamen, dat zij Jezus met listigheid vangen en doden zouden.
Johannes 11:57
De overpriesters nu en de Farizeen hadden een gebod gegeven, dat, zo iemand wist, waar Hij was, hij het zou te kennen geven, opdat zij Hem mochten vangen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd