Markus 14:30

En Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat heden in dezen nacht, eer de haan tweemaal gekraaid zal hebben, gij Mij driemaal zult verloochenen.

Markus 14:66-72

En als Petrus beneden in de zaal was, kwam een van de dienstmaagden des hogepriesters;

Johannes 13:38

Jezus antwoordde hem: Zult gij uw leven voor Mij zetten? Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De haan zal niet kraaien, totdat gij Mij driemaal verloochend zult hebben.

Genesis 1:5

En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.

Genesis 1:8

En God noemde het uitspansel hemel. En het was avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag.

Genesis 1:13

Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de derde dag.

Genesis 1:19

Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vierde dag.

Genesis 1:23

Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vijfde dag.

Mattheüs 26:69-75

En Petrus zat buiten in de zaal; en een dienstmaagd kwam tot hem, zeggende: Gij waart ook met Jezus, den Galileer.

Lukas 22:34

Maar Hij zeide: Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden niet kraaien, eer gij driemaal zult verloochend hebben, dat gij Mij kent.

Lukas 22:54-62

En zij grepen Hem en leidden Hem weg, en brachten Hem in het huis des hogepriesters. En Petrus volgde van verre.

Johannes 18:17

De dienstmaagd dan, die de deurwaarster was, zeide tot Petrus: Zijt ook gij niet uit de discipelen van dezen Mens? Hij zeide: Ik ben niet.

Johannes 18:25-27

En Simon Petrus stond en warmde zich. Zij zeiden dan tot hem: Zijt gij ook niet uit Zijn discipelen? Hij loochende het, en zeide: Ik ben niet.

1 Corinthiërs 10:12

Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle.

Treasury of Scripture Knowledge did not add