Markus 4:14
De zaaier is, die het Woord zaait.
Mattheüs 13:37
En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen;
Markus 2:2
En terstond vergaderden daar velen, alzo dat ook zelfs de plaatsen omtrent de deur hen niet meer konden bevatten; en Hij sprak het woord tot hen.
Jesaja 32:20
Welgelukzalig zijt gijlieden, die aan alle wateren zaait; gij, die den voet des osses en des ezels derwaarts henenzendt!
Mattheüs 13:19
Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rukt weg, hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene, die bij den weg bezaaid is.
Markus 4:3
Hoort toe: ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.
Lukas 1:2
Gelijk ons overgeleverd hebben, die van den beginne zelven aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn;
Lukas 8:11
Dit is nu de gelijkenis: Het zaad is het Woord Gods.
Handelingen 8:4
Zij dan nu, die verstrooid waren, gingen het land door, en verkondigden het Woord.
Colossenzen 1:5-6
Om de hoop, die u weggelegd is in de hemelen, van welke gij te voren gehoord hebt, door het Woord der waarheid, namelijk des Evangelies;
1 Petrus 1:23-25
Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd