Markus 4:3
Hoort toe: ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.
Deuteronomium 4:1
Nu dan, Israel! hoor naar de inzettingen en naar de rechten, die ik ulieden lere te doen; opdat gij leeft, en henen inkomt, en erft het land, dat de HEERE, uwer vaderen God, u geeft.
Psalmen 34:11
Lamed. Komt, gij, kinderen! hoort naar mij! ik zal u des HEEREN vreze leren.
Psalmen 45:10
Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis.
Spreuken 7:24
Nu dan, kinderen, hoort naar mij, en luistert naar de redenen mijns monds.
Spreuken 8:32
Nu dan, kinderen! hoort naar Mij; want welgelukzalig zijn zij, die Mijn wegen bewaren.
Prediker 11:6
Zaai uw zaad in den morgenstond, en trek uw hand des avonds niet af; want gij weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat die beide te zamen goed zijn zullen.
Jesaja 28:23-26
Neemt ter ore en hoort mijn stem, merkt op en hoort mijn rede!
Jesaja 46:3
Hoor naar Mij, o huis van Jakob, en het ganse overblijfsel van het huis Israels! die van Mij gedragen zijt van den buik aan, en opgenomen van de baarmoeder af.
Jesaja 46:12
Hoort naar Mij, gij stijven van harte, gij, die verre van de gerechtigheid zijt!
Jesaja 55:1-2
O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!
Mattheüs 13:3
En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.
Mattheüs 13:24
Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker.
Mattheüs 13:26
Toen het nu tot kruid opgeschoten was, en vrucht voortbracht, toen openbaarde zich ook het onkruid.
Markus 4:9
En Hij zeide tot hen: Wie oren heeft om te horen, die hore.
Markus 4:14
De zaaier is, die het Woord zaait.
Markus 4:23
Zo iemand oren heeft om te horen, die hore.
Markus 4:26-29
En Hij zeide: Alzo is het Koninkrijk Gods, gelijk of een mens het zaad in de aarde wierp;
Markus 7:14-15
En tot Zich de ganse schare geroepen hebbende, zeide Hij tot hen: Hoort Mij allen en verstaat.
Lukas 8:5-8
Een zaaier ging uit, om zijn zaad te zaaien; en als hij zaaide, viel het ene bij den weg, en werd vertreden, en de vogelen des hemels aten dat op.
Johannes 4:35-38
Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en dan komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten.
Handelingen 2:14
Maar Petrus, staande met de elven, verhief zijn stem, en sprak tot hen: Gij Joodse mannen, en gij allen, die te Jeruzalem woont, dit zij u bekend, en laat mijn woorden tot uw oren ingaan.
1 Corinthiërs 3:6-9
Ik heb geplant, Apollos heeft nat gemaakt; maar God heeft den wasdom gegeven.
Hebreeën 2:1-3
Daarom moeten wij ons te meer houden aan hetgeen van ons gehoord is, opdat wij niet te eniger tijd doorvloeien.
Jakobus 2:5
Hoort, mijn geliefde broeders, heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld, om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen des Koninkrijks, hetwelk Hij belooft dengenen, die Hem liefhebben?
Openbaring 2:7
Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van den boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is.
Openbaring 2:11
Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, zal van den tweeden dood niet beschadigd worden.
Openbaring 2:29
Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd