Markus 5:15
En zij kwamen tot Jezus, en zagen den bezetene zittende, en gekleed, en wel bij zijn verstand, namelijk die het legioen gehad had, en zij werden bevreesd.
Markus 5:9
En Hij vraagde hem: Welke is uw naam? En hij antwoordde, zeggende: Mijn naam is Legio; want wij zijn velen.
1 Samuël 6:20-21
Toen zeiden de lieden van Beth-Semes: Wie zou kunnen bestaan voor het aangezicht van de HEERE, dezen heiligen God? En tot wien van ons zal Hij optrekken?
1 Samuël 16:4
Samuel nu deed, hetgeen de HEERE gesproken had, en hij kwam te Bethlehem. Toen kwamen de oudsten der stad bevende hem tegemoet, en zeiden: Is uw komst met vrede?
1 Kronieken 15:13
Want omdat gijlieden ten eerste dit niet deedt, heeft de HEERE, onze God, onder ons een scheur gedaan, omdat wij Hem niet gezocht hebben naar het recht.
Job 13:11
Zal u niet Zijn hoogheid verschrikken, en Zijn vreze over u vallen?
1 Kronieken 13:12
En David vreesde den HEERE te dien dage, zeggende: Hoe zal ik de ark Gods tot mij brengen?
Psalmen 14:5
Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard; want God is bij het geslacht des rechtvaardigen.
Jesaja 49:24-25
Zou ook een machtige de vangst ontnomen worden, of zouden de gevangenen eens rechtvaardigen ontkomen?
Mattheüs 4:24
En Zijn gerucht ging van daar uit in geheel Syrie; en zij brachten tot Hem allen, die kwalijk gesteld waren, met verscheidene ziekten en pijnen bevangen zijnde, en van den duivel bezeten, en maanzieken en geraakten; en Hij genas dezelve.
Mattheüs 9:33
En als de duivel uitgeworpen was, sprak de stomme. En de scharen verwonderden zich, zeggende: Er is nooit desgelijks in Israel gezien!
Mattheüs 12:29
Of hoe kan iemand in het huis eens sterken inkomen, en zijn vaten ontroven, tenzij dat hij eerst den sterke gebonden hebbe? en alsdan zal hij zijn huis beroven.
Markus 5:4
Want hij was menigmaal met boeien en ketenen gebonden geweest, en de ketenen waren van hem in stukken getrokken, en de boeien verbrijzeld, en niemand was machtig om hem te temmen.
Markus 5:16
En die het gezien hadden, vertelden hun, wat den bezetene geschied was, en ook van de zwijnen.
Markus 5:18
En als Hij in het schip ging, bad Hem degene, die bezeten was geweest, dat hij met Hem mocht zijn.
Lukas 8:27
En als Hij aan het land uitgegaan was, ontmoette Hem een zeker man uit de stad, die van over langen tijd met duivelen was bezeten geweest; en was met geen klederen gekleed, en bleef in geen huis, maar in de graven.
Lukas 8:35-36
En zij gingen uit, om te zien hetgeen geschied was, en kwamen tot Jezus, en vonden den mens, van welken de duivelen uitgevaren waren, zittend aan de voeten van Jezus, gekleed en wel bij zijn verstand; en zij werden bevreesd.
Lukas 10:39
En deze had een zuster, genaamd Maria, welke ook, zittende aan de voeten van Jezus, Zijn woord hoorde.
Colossenzen 1:13
Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde;
2 Timotheüs 1:7
Want God heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde, en der gematigdheid.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd