Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Anderen zeiden: Hij is Elias; en anderen zeiden: Hij is een profeet, of als een der profeten.
New American Standard Bible
But others were saying, "He is Elijah " And others were saying, "He is a prophet, like one of the prophets of old."
Kruisreferenties
Mattheüs 21:11
En de scharen zeiden: Deze is Jezus, de Profeet van Nazareth in Galilea.
Mattheüs 16:14
En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen: Jeremia of een van de profeten.
Markus 8:28
En zij antwoordden: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen: Een van de profeten.
Maleachi 4:5
Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal.
Mattheüs 17:10-11
En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Wat zeggen dan de Schriftgeleerden, dat Elias eerst moet komen?
Markus 9:12-13
En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Elias zal wel eerst komen, en alles wederoprichten; en het zal geschieden, gelijk geschreven is van den Zoon des mensen, dat Hij veel lijden zal en veracht worden.
Markus 15:35-36
En sommigen van die daarbij stonden, dit horende, zeiden: Ziet, Hij roept Elias.
Lukas 1:17
En hij zal voor Hem heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toegerust volk.
Lukas 7:16
En vreze beving hen allen, en zij verheerlijkten God, zeggende: Een groot Profeet is onder ons opgestaan, en God heeft Zijn volk bezocht.
Lukas 7:39
En de Farizeer, die Hem genood had, zulks ziende, sprak bij zichzelven, zeggende: Deze, indien Hij een profeet ware, zou wel weten, wat en hoedanige vrouw deze is, die Hem aanraakt; want zij is een zondares.
Lukas 9:8
En van sommigen, dat Elias verschenen was; en van anderen, dat een profeet van de ouden was opgestaan.
Lukas 9:19
En zij, antwoordende, zeiden: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen: Dat enig profeet van de ouden opgestaan is.
Johannes 1:21
En zij vraagden hem: Wat dan? Zijt gij Elias? En hij zeide: Ik ben die niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen.
Johannes 1:25
En zij vraagden hem en spraken tot hem: Waarom doopt gij dan, zo gij de Christus niet zijt, noch Elias, noch de profeet?
Johannes 6:14
De mensen dan, gezien hebbende het teken, dat Jezus gedaan had, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet, Die in de wereld komen zou.
Johannes 7:40
Velen dan uit de schare, deze rede horende, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet.
Johannes 9:17
Zij zeiden wederom tot den blinde: Gij, wat zegt gij van Hem; dewijl Hij uw ogen geopend heeft? En hij zeide: Hij is een Profeet.
Handelingen 3:22-23
Want Mozes heeft tot de vaderen gezegd: De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken, uit uw broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen, in alles, wat Hij tot u spreken zal.
Vers Info
Context Lezingen
14 En de koning Herodes hoorde het (want Zijn Naam was openbaar geworden), en zeide: Johannes, die daar doopte, is van de doden opgewekt, en daarom werken die krachten in Hem. 15 Anderen zeiden: Hij is Elias; en anderen zeiden: Hij is een profeet, of als een der profeten. 16 Maar als het Herodes hoorde, zeide hij: Deze is Johannes, dien ik onthoofd heb; die is van de doden opgewekt.