Markus 6:19
En Herodias legde op hem toe; en wilde hem doden, en kon niet;
Genesis 39:17-20
Toen sprak zij tot hem naar diezelfde woorden, zeggende: De Hebreeuwse knecht, dien gij ons hebt ingebracht, is tot mij gekomen, om met mij te spotten.
1 Koningen 21:20
En Achab zeide tot Elia: Hebt gij mij gevonden, o, mijn vijand? En hij zeide: Ik heb u gevonden, overmits gij uzelven verkocht hebt, om te doen dat kwaad is in de ogen des HEEREN.
Prediker 7:9
Zijt niet haastig in uw geest om te toornen; want de toorn rust in den boezem der dwazen.
Efeziërs 4:26-27
Wordt toornig, en zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toornigheid;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd