Markus 9:36
En nemende een kindeken, stelde Hij dat midden onder hen, en omving het met Zijn armen, en zeide tot hen:
Markus 10:16
En Hij omving ze met Zijn armen, en de handen op hen gelegd hebbende, zegende Hij dezelve.
Mattheüs 18:2
En Jezus een kindeken tot Zich geroepen hebbende, stelde dat in het midden van hen;
Mattheüs 19:14-15
Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderkens, en verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken is het Koninkrijk der hemelen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd