Mattheüs 10:9
Verkrijgt u noch goud, noch zilver, noch koper geld in uw gordels;
Lukas 22:35
En Hij zeide tot hen: Als Ik u uitzond, zonder buidel, en male, en schoenen, heeft u ook iets ontbroken? En zij zeiden: Niets.
Markus 6:8-11
En Hij gebood hun, dat zij niets zouden nemen tot den weg, dan alleenlijk een staf, geen male, geen brood, geen geld in den gordel;
Lukas 9:3-5
En Hij zeide tot hen: Neemt niets mede tot den weg, noch staven, noch male, noch brood, noch geld; noch iemand van u zal twee rokken hebben.
Lukas 10:4-12
Draagt geen buidel, noch male, noch schoenen; en groet niemand op den weg.
1 Corinthiërs 9:7-27
Wie dient ooit in den krijg op eigen bezoldiging? Wie plant een wijngaard, en eet niet van zijn vrucht? Of wie weidt een kudde, en eet niet van de melk der kudde?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd