Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?
New American Standard Bible
He said to them, "But who do you say that I am?"
Onderwerpen
Kruisreferenties
Mattheüs 13:11
En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven.
Markus 8:29
En Hij zeide tot hen: Maar gijlieden, wie zegt gij dat Ik ben? En Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Gij zijt de Christus.
Lukas 9:20
En Hij zeide tot hen: Maar gijlieden, wie zegt gij, dat Ik ben? En Petrus, antwoordende, zeide: De Christus Gods.