Mattheüs 26:33
Doch Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Al werden zij ook allen aan U geergerd, ik zal nimmermeer geergerd worden.
Lukas 22:33
En hij zeide tot Hem: Heere, ik ben bereid, met U ook in de gevangenis en in den dood te gaan.
Psalmen 17:5
Houdende mijn gangen in Uw sporen, opdat mijn voetstappen niet zouden wankelen.
Psalmen 119:116-117
Ondersteun mij naar Uw toezegging, opdat ik leve; en laat mij niet beschaamd worden over mijn hope.
Spreuken 16:18-19
Hovaardigheid is voor de verbreking, en hoogheid des geestes voor den val.
Spreuken 20:6
Elk van de menigte der mensen roept zijn weldadigheid uit; maar wie zal een recht trouwen man vinden?
Spreuken 28:25-26
Die grootmoedig is, verwekt gekijf; maar die op den HEERE vertrouwt, zal vet worden.
Jeremia 17:9
Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen?
Markus 14:29
En Petrus zeide tot Hem: Of zij ook allen geergerd werden, zo zal ik toch niet geergerd worden.
Johannes 13:36-38
Simon Petrus zeide tot Hem: Heere, waar gaat Gij heen? Jezus antwoordde hem: Waar Ik heenga, kunt gij Mij nu niet volgen; maar gij zult Mij namaals volgen.
Johannes 21:15
Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren.
Romeinen 12:10
Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde; met eer de een de ander voorgaande.
Filippenzen 2:3
Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelven.
1 Petrus 5:5-6
Desgelijks gij jongen, zijt den ouden onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig; zijt met de ootmoedigheid bekleed; want God wederstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd