Mattheüs 26:5
Doch zij zeiden: Niet in het feest, opdat er geen oproer worde onder het volk.
Mattheüs 27:24
Als nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer dat er oproer werd, nam hij water en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed dezes Rechtvaardigen; gijlieden moogt toezien.
Psalmen 76:10
Want de grimmigheid des mensen zal U loffelijk maken; het overblijfsel der grimmigheden zult Gij opbinden.
Spreuken 19:21
In het hart des mans zijn veel gedachten; maar de raad des HEEREN, die zal bestaan.
Spreuken 21:30
Er is geen wijsheid, en er is geen verstand, en er is geen raad tegen den HEERE.
Jesaja 46:10
Die van den beginne aan verkondigt het einde, en van ouds af die dingen, die nog niet geschied zijn; Die zegt: Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen.
Klaagliederen 3:37
Mem. Wie zegt wat, hetwelk geschiedt, zo het de Heere niet beveelt?
Mattheüs 14:5
En willende hem doden, vreesde hij het volk, omdat zij hem hielden voor een profeet.
Mattheüs 21:26
En indien wij zeggen: Uit de mensen: zo vrezen wij de schare; want zij houden allen Johannes voor een profeet.
Markus 14:2
Maar zij zeiden: Niet in het feest, opdat niet misschien oproer onder het volk worde.
Markus 14:12
En op den eersten dag der ongehevelde broden, wanneer zij het pascha slachtten, zeiden Zijn discipelen tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij heengaan, en bereiden, dat Gij het pascha eet?
Markus 14:27
En Jezus zeide tot hen: Gij zult in dezen nacht allen aan Mij geergerd worden; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen zullen verstrooid worden.
Lukas 20:6
En indien wij zeggen: Uit de mensen; zo zal ons al het volk stenigen; want zij houden voor zeker, dat Johannes een profeet was.
Lukas 22:7
En de dag der ongehevelde broden kwam, op denwelken het pascha moest geslacht worden.
Johannes 18:28
Zij dan leidden Jezus van Kajafas in het rechthuis. En het was 's morgens vroeg; en zij gingen niet in het rechthuis, opdat zij niet verontreinigd zouden worden, maar opdat zij het pascha eten mochten.
Handelingen 4:28
Om te doen al wat Uw hand en Uw raad te voren bepaald had, dat geschieden zou.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd