Lukas 20:6

En indien wij zeggen: Uit de mensen; zo zal ons al het volk stenigen; want zij houden voor zeker, dat Johannes een profeet was.

Mattheüs 21:26

En indien wij zeggen: Uit de mensen: zo vrezen wij de schare; want zij houden allen Johannes voor een profeet.

Mattheüs 11:9

Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet.

Mattheüs 14:5

En willende hem doden, vreesde hij het volk, omdat zij hem hielden voor een profeet.

Mattheüs 21:46

En zoekende Hem te vangen, vreesden zij de scharen, dewijl deze Hem hielden voor een profeet.

Mattheüs 26:5

Doch zij zeiden: Niet in het feest, opdat er geen oproer worde onder het volk.

Markus 12:12

En zij zochten Hem te vangen, maar zij vreesden de schare; want zij verstonden, dat Hij die gelijkenis op hen sprak; en zij verlieten Hem en gingen weg.

Lukas 1:76

En gij, kindeken, zult een profeet des Allerhoogsten genaamd worden; want gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden;

Lukas 7:26-29

Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet.

Johannes 10:41

En velen kwamen tot Hem, en zeiden: Johannes deed wel geen teken; maar alles, wat Johannes van Dezen zeide, was waar.

Handelingen 5:26

Toen ging de hoofdman heen, met de dienaren, en bracht hen, doch niet met geweld (want zij vreesden het volk, opdat zij niet gestenigd wierden).

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd