Mattheüs 6:27

Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen?

Prediker 3:14

Ik weet, dat al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn, en er is niet toe te doen, noch is er af te doen; en God doet dat, opdat men vreze voor Zijn aangezicht.

Mattheüs 5:36

Noch bij uw hoofd zult gij zweren, omdat gij niet een haar kunt wit of zwart maken;

Lukas 12:25-26

Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el tot zijn lengte toedoen?

Psalmen 39:5-6

Zie, Gij hebt mijn dagen een handbreed gesteld, en mijn leeftijd is als niets voor U; immers is een ieder mens, hoe vast hij staat, enkel ijdelheid. Sela.

1 Corinthiërs 12:18

Maar nu heeft God de leden gezet, een iegelijk van dezelve in het lichaam, gelijk Hij gewild heeft.

Treasury of Scripture Knowledge did not add