Mattheüs 9:34
Maar de Farizeen zeiden: Hij werpt de duivelen uit door den overste der duivelen.
Lukas 11:15
Maar sommigen van hen zeiden: Hij werpt de duivelen uit door Beelzebul, den overste der duivelen.
Markus 3:22
En de Schriftgeleerden, die van Jeruzalem afgekomen waren, zeiden: Hij heeft Beelzebul, en door den overste der duivelen werpt Hij de duivelen uit.
Mattheüs 12:23-24
En al de scharen ontzetten zich, en zeiden: Is niet Deze de Zoon van David?
Johannes 3:20
Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd