Micha 1:10
Verkondigt het niet te Gath, weent zo jammerlijk niet; wentelt u in het stof in het huis van Afra.
2 Samuël 1:20
Verkondigt het niet te Gath, boodschapt het niet op de straten van Askelon; opdat de dochters der Filistijnen zich niet verblijden, opdat de dochters der onbesnedenen niet opspringen van vreugde.
Jeremia 6:26
O dochter Mijns volks! gord een zak aan, en wentel u in de as, maak u rouw eens enigen zoons, een zeer bitter misbaar; want de verstoorder zal ons snellijk overkomen.
Jozua 18:23
En Haavvim, en Para, en Ofra,
Job 2:8
En hij nam zich een potscherf, om zich daarmede te schrabben, en hij zat neder in het midden der as.
Klaagliederen 3:29
Jod. Hij steke zijn mond in het stof, zeggende: Misschien is er verwachting.
Amos 5:13
Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn.
Amos 6:10
En de naaste vriend zal een iegelijk van die opnemen, of die hem verbrandt, om de beenderen uit het huis uit te brengen, en zal zeggen tot dien, die binnen de zijden van het huis is: Zijn er nog meer bij u? En hij zal zeggen: Niemand. Dan zal hij zeggen: Zwijg! want zij waren niet om des HEEREN Naam te vermelden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd