Nahum 3:2
Er is het geklap der zweep, en het geluid van het bulderen der raderen; en de paarden stampen, en de wagens springen op.
Richteren 5:22
Toen werden de paardenhoeven verpletterd, van het rennen, het rennen zijner machtigen.
Job 39:22-25
Zult gij het paard sterkte geven? Kunt gij zijn hals met donder bekleden?
Jeremia 47:3
Vanwege het geluid van het geklater der hoeven zijner sterke paarden, vanwege het geraas zijner wagenen, en het bulderen zijner raderen; de vaders zien niet om naar de kinderen, vanwege de slappigheid der handen;
Nahum 2:3-4
De schilden zijner helden zijn rood gemaakt, de kloeke mannen zijn scharlakenvervig; de wagens zijn in het vuur der fakkelen, ten dage als hij zich bereidt; en de spiesen worden geschud.
Jesaja 9:5
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd