Nehemia 10:3
Pashur, Amarja, Malchia,
Nehemia 3:11
De andere mate verbeterden Malchia, de zoon van Harim, en Hassub, de zoon van Pahath-Moab; daartoe den Bakoventoren.
Nehemia 8:4
En hij las daarin voor de straat, die voor de Waterpoort is, van het morgen licht aan tot op den middag, voor de mannen en vrouwen, en de verstandigen; en de oren des gansen volks waren naar het wetboek.
Nehemia 11:12
En hun broederen, die het werk in het huis deden, waren achthonderd twee en twintig. En Adaja, de zoon van Jeroham, den zoon van Pelalja, den zoon van Amzi, den zoon van Zacharja, den zoon van Pashur, den zoon van Malchia;
Nehemia 12:2
Amarja, Malluch, Hattus,
Nehemia 12:13
Van Ezra, Mesullam; van Amarja, Johanan;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd