Nehemia 11:21

En de Nethinim woonden in Ofel; en Ziha en Gispa waren over de Nethinim.

Nehemia 3:26

De Nethinim nu, die in Ofel woonden, tot tegenover de Waterpoort aan het oosten, en den uitstekenden toren.

2 Kronieken 27:3

Dezelve bouwde de hoge poorten aan het huis des HEEREN; hij bouwde ook veel aan den muur van Ofel.

Nehemia 3:31

Na hem verbeterde Malchia, de zoon eens goudsmids, tot aan het huis der Nethinim en der kruideniers, tegenover de poort van Mifkad, en tot de opperzaal van het punt.

Treasury of Scripture Knowledge did not add